Monitoring
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht laat metingen uitvoeren in het gehele watersysteem in haar beheergebied, ook in boerensloten. Het bedrijf Waterproef voert deze metingen in opdracht van het waterschap uit. Het kunnen blijven waarborgen van de af- en aanvoer van voldoende schoon water is de belangrijkste reden om metingen te voeren.
De variatie aan planten (en dieren) in de sloot bepaalt wat de waterkwaliteit is. In ieder deelgebied wordt elke drie jaar de hoeveelheid en soortensamenstelling van waterplanten gemeten. Voor planten en dieren moeten de omstandigheden in watergangen geschikt zijn. Daarom worden belangrijke factoren die bepalen of de omstandigheden op orde zijn ook gemeten. Dit zijn onder andere voedselrijkdom (stikstof en fosfor) en kenmerken van de sloot zoals waterdiepte, slibdikte, doorzicht, temperatuur en zuurstof. Deze fysisch-chemische samenstelling van het oppervlaktewater wordt elke maand gemeten. De locatie van deze meting staat vast en is meestal bij het gemaal.
In de loop van jaren zijn veel gegevens verzameld. De gegevens zijn op een rij gezet om te begrijpen hoe de waterkwaliteit verandert over de tijd. Deze website presenteert metingen in grafieken die een verandering laten zien in de tijd en legt uit wat dit betekent.
Methode bepalen doel ecologische kwaliteit
Het waterschap heeft doelen voor de ecologische waterkwaliteit bepaald voor elk deelgebied. Doelen verschillen per deelgebied. Bij het bepalen van een doel wordt rekening gehouden met de soorten planten en dieren die in een deelgebied kunnen voorkomen en welke haalbare maatregelen mogelijk zijn om de ecologische kwaliteit te verbeteren.
Methode voor bepalen ontwikkeling ecologische kwaliteit
Alle meetgegevens over de hoeveelheid en soortensamenstelling van waterplanten zijn getoetst met de landelijke beoordelingsmethodiek voor sloten, kanalen en plassen (KRW-maatlatten). De variatie in de verschillende meetpunten in één deelgebied geven samen een beeld wat de ecologische kwaliteit is; De scores van alle meetpunten worden dus gemiddeld tot één score per deelgebied. Deze kwaliteitscores hebben altijd een waarde tussen 0 en 1, waarbij de waarde 1 overeen komt met een maximale ecologische kwaliteit. Om te bepalen of de kwaliteit van waterplanten voor- of achteruit gaat in de tijd zijn de metingen uit de beginperiode van de KRW (meer dan 10 jaar geleden) vergeleken met de meest recente meetgegevens. Als er in een gebied maar 1 meting gedaan is of er niet is gemeten, is vergelijking niet mogelijk en zijn er geen gegevens.